rick filosofeert

elitair, elegant, arrogant, sinds 14 mei 1977

Italiaans voor Vriendinnetjes

Les 1, gewoon wat zinnetjes
Mi Chiamo Celine = Ik heet Celine
Io sono = Ik ben Io sono di Linne - Ik kom uit Linne
Dove = Waar -> Dove è il bagno = Waar is de WC
Che = Wat (vgl Que) -> Che vuoi? Wat wil je?
Chi = Wie 0> Chi è la più bella ragazza del Mondo? Celine = Wie is het mooiste meisje van de wereld? Celine Come = Hoe -> Come stai? = Hoe gaat het?
Quando - Wanneer -> Quando puoi pulire il bagno = Wanneer kan je badkamer schoonmaken?
Waarom = Perchè -> Pechè tu pensi che Taco è pazzo? Waarom denk je dat Taco gek is?
Goedendag = Buon
Giorno Goedenavond = Buona Sera (dit wordt al vanaf 4 uur, na de middag gezegd)
Goedenacht = Buona Notte Middag = Il Pomeriggio Ochtend = La Mattina
Domani = Morgen
Ieri = Gisteren ('jehri)
Oggi = Vandaag (Ottji)

Gesprekje
Ciao Rick!
Ciao Jasper!
Come stai?
Bene, grazie
Senti, vuoi andare al Pub?
Non, devo studiare.
Ah, studiare è importante, che devi fare?
Devo scrivere le mie tesi!
Oh, forse possiamo andare domani.
Domani è sabato, penso è possibile
Bene, domani andiamo per bere quelcosa.

Oefening: Vertaal dit stukje.
Woordenlijst stare = zijn (als werkwoord van toestand), -i -uitgang tweede persoon enkelvoud - bene = goed - volere = willen - andare = gaan - debbere = moeten - -o uitgang eerste persoon enkelvoud - forse = misschien - è = zijn (koppelwerkwoord), 3de persoon enkelvoud - pensare = denken - amo = uitgang 1ste persoon meervoud - bere = drinken - quelcosa = iets

Les 2: grammatica: meervouden mannelijk lidwoord il, meervoud i uitgang op -o (enk) en -i (meervoud) dus il gatto - i gatti (de kat, de katten) vrouwelijk lidwoord la, meervoud le uitgang op -a en op -e la pizza - le pizze uitzondering worden die beginnen met st/sl/sr etc lo studente = gli studenti worden op à zijn ook in het meervoud op à

oefening il pallo - (bal)
la piazza - (plein)
----------- - i motorini (brommer)
la città - (stad)
- le cose (ding)