Rhetorica in groepen: De Kardinaal en het homohuwelijk

02/04/2012 Door Rick Lindeman

Eén van de gevaren van workshops is dat degene die het grooste oratorisch talent heeft (het beste praat), of het meeste Rhetorisch talent heeft (de best opgezette argumenten) de overhand krijgt. Op dit blog staat links wel een afbeelding van Marcus Tullius Cicero, maar dat betekent niet dat een facilitator daar in mee hoeft te gaan. Het beroemdste klassieke voorbeeld is de dialoog de Sofist (Σοφιστης) van Plato (427-347) , waar hij het vermogen om recht te praten wat krom is van Sofisten uiteen rafelt.

Maar ook in moderne tijden wordt er nog alle kanten op geredeneerd. Popilistische partijen maken momenteel veel gebruik van “discussie per definitie.  Hierbij wordt een centrale thesis niet als mening, maar als feit  gepresenteerd.  Vervolgens wordt daar dan het voorstel op gebaseerd. Dat is vervolgens moeilijk onderuit te halen, zonder in een welles-nietes discussie terecht te komen. En dan wordt vaak door de buitenwacht degene die het feit aanvalt als verliezer van de discussie gezien.

Voor de moderator betekent dit dus niet alleen goed luisteren wat en hoe iets gezegd wordt, maar ook een check met de logica maken. Als die niet klopt, kan de moderator door vragen te stellen de logica aan de orde laten komen. Hij blijft natuurlijk wel onpartijdig en faciliterend aan het proces.

Zelden werd dit soort logische tovenarij zo duidelijk ontleed als in onderstaand voorbeeld:

David McCanddels bekeek de toespraak van de Schotse Cardinal O’Brien over het homohuwelijk. Hij legde daar de regels van de logica naast, er werdem liefst 25 trucs gebruikt, elke 40 woorden één.  Hij maakte er een mooie infographic van. Handig om in je hoofd te hebben, wanneer iemand met een geweldige redenering komt, waar je een slecht gevoel bij hebt.

Klik erop voor een grotere versie